Etnische trots mag niet resulteren in polarisatie
Etnische trots mag niet resulteren in polarisatie
Verantwoorde Surinaamse politici, overigens verantwoordelijken, leiders van dit land, zoals een Pengel en een Lachman, maar ook captains of industry en vakbondsleiders, wisten ermee om te gaan.
Niet alleen hadden zij zicht op de verbroedering tussen de diverse bevolkingsgroepen van ons land, zij wisten ook hoe gemakkelijk het is de geest uit de fles te halen en hoe moeilijk het vervolgens zou worden deze geest weer in de fles te krijgen.
Hennie de Ziel (Trefosa), de dichter des vaderlands en brenger van het tweede couplet van ons volkslied, had dat besef zeker ook: a wansi ope tata komopo, un’ mus seti kondre bun!
Kortom, de vanzelfsprekendheid waarmee Surinamers al die jaren vredig met en naast elkaar leven, is helemaal geen vanzelfsprekendheid!
Samen wonen en werken zijn WERKwoorden.
We constateren de laatste maanden dat het traject van unificatie in gevaar wordt gebracht via uitspraken vanuit de gemeenschap, die dikwijls een reactie zijn op een onnadenkend doen en/of laten van lieden die juist geroepen zijn om het goede voorbeeld te geven.
In een enkel geval gaat het “gewoon” om etnische trots, maar ook dat kan polariserend werken en dus gevaarlijk zijn. Het extra gevaarlijke is dat er ook politieke avonturiers tussen zitten, die niet langer in troebel water kunnen vissen.
Dit alles heeft op termijn een negatieve invloed op de ontwikkeling van Suriname. Een verdeeld land kan je niet tot ontwikkeling brengen.
Politieke beloftes dat’ wi o set’ ing na ini a bromki dyari fu unu, gaven hoop tot een voortschrijdende natievorming, waarin elke Surinamer, ongeacht diens etniciteit, zich Surinamer kon voelen en deelgenoot zou zijn van het welzijn en de welvaart die zonder enige twijfel zou worden totstand gebracht. Die hoop doet leven!
Oververtegenwoordiging van 1 of 2 etnische groepen op de diverse vooruitgeschoven posten moet worden voorkomen en mag zeker niet worden gezien als een licentie om de rest van de gemeenschap neer te halen, te beledigen of zelfs te discrimineren.
Onderling begrip, hulp, respect en liefde voor dit land en allen die hier rechtmatig wonen en werken, moet de basis vormen om ons te verbinden en om samen te werken naar die betere toekomst die wij allen voor ogen hebben.
Onze President Santhoki heeft al vaker gedemonstreerd dat hij niet slechts de President wil zijn van de VHP of van Hindoestanen, maar van alle Surinamers.
Kortom, het voorbeeld dat Suriname nog is voor de gehele wereld, dat wij, ongeacht onze afkomst of wat we tot nog toe alleen of tezamen hebben bereikt, op dat pad verder wensen te gaan, moet te allen tijde worden uitgestraald. Dat voorbeeld van eenheid in verscheidenheid i.p.v. verdeeldheid moeten we blijven afgeven.
Er zijn al meer dan genoeg voorbeelden in de wereld waar polarisatie, etnocentrisme en racisme de ontwikkeling van een land op de helling hebben gezet en zelfs op de rand van de afgrond of in die afgrond hebben gebracht. Racisme heeft zelfs een negatieve impact op de nationale veiligheid; het kan een rechtsstaat afbreken. Oneigenlijke verdeling van de rijkdommen van het land bergen dito gevaren in zich.
Kortom, blijf trots op je afkomst en wees trots op je toekomst als Surinamer. Lever je bijdrage aan de ontwikkeling van dit, ons land.
Je bereikt dat niet door landgenoten te discrimineren en te beledigen.
Je bereikt dit eens te meer door de handen ineen te slaan.
Suriname(rs) VOORWAARTS !
CV-R / RM, midden februari 2021.