Mijn vader E.P. Meijer
Wanneer je zo veel jaren nadat het je is voorgesteld, eindelijk begint met een eigen weblog, moet je de lezers toch wel een idee geven waar je vandaan komt. Toevallig stuitte ik pas op een in september 1988 samen met mijn vaders vriend, drs. Ortwin Kemble, gemaakte levensloop. Laat mij, zonder mijn moeder, Carla Antoinette Meyer-Becker, eveneens geboren in 1930 en overleden in 2010. tekort te willen doen, dus met zijn toch wel imposante levensloop beginnen.
Levensloop van de heer Ewald Purcy Meyer
Personalia
- Naam : Ewald Purcy Meyer
- Geboren : op 18 februari 1930 te Paramaribo, naast sigarettenfabriek BATCO te Saron
- Jeugd : v.a. 8e jaar doorgebracht aan de Vulcanusstraat 92, in het Land van Dijk
- Opgegroeid in een gezin van 9 kinderen
- Vader: Jan, Edward Meyer
- Moeder: Antoinette Kiezel
- Geloof : Evangelisch Luthers en sterk betrokken bij de E.B.G.
- Gehuwd met : Carla Antoinette Meyer-Becker (1952)
- Uit dit huwelijk zijn 4 kinderen geboren: Carlo (1952), Ricardo (1954),
- Lucia (1956), en Trudy (1957)
- Overleden : op 15 september 1988 in het Academisch ziekenhuis te Paramaribo
Opleidingsachtergrond en beroepsmatige carrière
Doorliep de Froweinschool te Paramaribo.
Behaalde op jonge leeftijd (18 jaar) de hulpakte.
Begon zijn onderwijzersloopbaan in het district Commewijne.
Behaalde bij terugkeer in Paramaribo binnen 2 jaar de Hoofdakte (3 jaar na de hulpakte).
Werd vervolgens hoofd van de E.B.G. lagereschool te Hamilton in het district Coronie.
Vertrok op 1 november 1956 voor de studie pedagogiek naar Nederland.
Was gedurende zijn studie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam leraar aan de Huishoudschool te Loosduinen.
Behaalde in 1962 aan de V.U. de volledige bevoegdheid als leraar in de opvoedkundige wetenschappen (zgn. MO A en B).
Direct daarna keerde hij met zijn gezin terug naar Suriname, waar hij op 3 augustus 1962 werd aangesteld als volledig bevoegd leraar bij het Voorbereidend Wetenschappelijk Middelbaar Kweekschool Onderwijs (V.W.M.K.O.) en in dienst trad bij de Kweekschool A.
In 1963 werd hij voor de NPS gekozen tot lid der Staten van Suriname (voorloper DNA).
Op 1 mei 1965 volgde zijn benoeming tot directeur van de Kweekschool voor Onderwijzeressen A, thans Albert Cameron Instituut.
Daarnaast was Ewald Meyer parttime werkzaam op o.a. de Avondopleiding van de Kweekschool B en het Instituut voor Opleiding van Leraren.
In 1967 volgde zijn benoeming tot minister van Onderwijs en Volksontwikkeling in het 2e kabinet Pengel. Dit kabinet viel na 2 jaar in 1969, mede als gevolg van de Velmekkwestie.
Tot de mijlpalen van zijn progressief bewind behoren:
- het afschaffen van schoolgeld op alle scholen
- de opening van de Universiteit van Suriname
- de herstructurering en het beter faciliteren van het onderwijs in het binnenland
In 1969 keerde dhr. Meyer terug in het Voortgezet Onderwijs, waar hij werkzaam was tot 1975.
Op 1 september 1975 volgde zijn benoeming tot waarnemend directeur van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling. Op 1 april 1976 volgde zijn definitieve aanstelling tot directeur van dit ministerie. Op 1 juli 1980 werd hij als trouw lid van de NPS door het militair bewind ontheven uit deze functie.
Daarna werd hij eerst aangesteld als coördinator bij het NATIN Schakel Instituut om vervolgens coördinator te worden van de propedeuse op de Anton de Kom Universiteit.
Ewald Meyer was o.a. ook (dit per 1986) drie jaren gedelegeerd lid van de Raad van Toezicht van het Instituut voor Opleiding van Leraren (I.O.L.), waarvan hij in de loop van 1987 tot zijn dood voorlopig was belast met de dagelijkse leiding.
Op 5 oktober 1988 schonk zijn zoon, dhr. R. E. Meyer, namens de nabestaanden een substantieel deel (ruim 500 titels) van de bibliotheek (hoofdzakelijk opvoedkundige en onderwijskundige boeken en andere publicaties) uit de nalatenschap van dhr. E.P. Meyer aan het I.O.L. Dit feit is bij de ceremoniële opening van het cursusjaar 1988/1989 van dit Instituut bekend gemaakt door de toenmalige voorzitter van de Raad van Toezicht, dhr. W. Dwarkasing.
Meyer heeft gedurende zijn loopbaan zitting gehad in vele nationale en internationale bilaterale en multilaterale overheidscommissies. Zo was hij tot zijn dood lid van de Gemengde Surinaams-Braziliaanse Commissie voor Samenwerking.
Maatschappelijke carrière E.P. Meyer
Ewald Meyer stelde zijn activiteiten altijd in dienst van land en volk van Suriname.
Zowel in zijn werk als in zijn vrijwillige activiteiten kon hij een welhaast grenzeloos vertrouwen stellen in zijn medewerkers, die hij alle kansen bood zich waar te maken.
Waarschijnlijk is dat dan ook de reden waarom hij van hen zo veel gedaan kreeg.
Ewald stond bekend als een sterk sociaal maatschappelijk bewogen mens.
Hij was dan ook lid en/of (mede)oprichter van diverse organisaties en verenigingen, waaronder Suvrikri, de Lions, de Forestery, de Nationale Partij Suriname (NPS), D.O.E.L., Openbaar zwembad Parima, de Vereniging van Opvoedkundigen en zijn laatste vereniging ‘Voetje voor Voetje’.
Zijn Lionsloopbaan
Hij was een toegewijd en joviaal lid van Lions Paramaribo Cenraal.
Zijn Lion loopbaan was van dien aard dat zijn sponsor prof. dr. Rudi Jessurun vol lof hierop terugzag.
Op clubniveau heeft hij verschillende functies bekleed waaronder director, tailtwister, vice-president en president.
Op districtsniveau was hij district chairman en laatstelijk zone chairman.
Meyer werd bovendien geroemd om diens vele optredens als ceremoniemeester bij uiteenlopende Lion activiteiten.
Forester loopbaan
Eind zeventiger jaren deed Ewald zijn intrede in de Foresterie bij het Moeder Court Charity no. 7416 en werd als zodanig als lid gerecipieerd.
Bij de oprichting van Court Rainbow no. 10249 in 1984, was hij een van de medewerkers van het eerste uur. Zo bekleedde hij de post van eerste Treasurer van voornoemd Court.
Hij was een zeer trouw en werkzaam lid voor de Foresterie in het algemeen en zijn Court in het bijzonder.
De politicus
Ewald werd geboren te Saron en bracht het leeuwendeel van zijn jeugd (vanaf zijn achtste jaar) door aan de Vulcanusstraat in het Land van Dijk, een zijstraat van het Molenpad.
De opkomst van Johan A. Pengel in 1948 heeft diepe indruk op hem gemaakt. Zo nam Pengel het op voor de omwonenden van Land van Dijk, die toen geen enkel recht konden doen gelden op dit land dat zij reeds jarenlang bewoonden. Ook Meyer’s eigen familie behoorde tot deze gedupeerden.
Op achttienjarige leeftijd werd hij reeds lid van de Nationale Partij Suriname (NPS), een partij die hij tot zijn dood trouw zou blijven.
Ewald was in zijn vrije tijd vaak te vinden aan de Theodorusstraat waar nu Wi Kontrin staat, waar dhr. Pengel vaak te gast was ten huize van zijn latere echtgenote mw. Augustuszoon.
Ook was hij vaak te vinden in Mok-Sam op Zorg en Hoop, waar de politiek na Statenvergaderingen door Pengel, Radhakishun, S.R. Lachmon e.a. werd nabesproken.
Bij de (kort- of langdurige) afsplitsingen die de NPS in de loop der jaren heeft gekend, eerst het Eenheidsfront, later de PNP, is de plaats van Ewald steeds de NPS gebleven.
Het is dan ook niet te verwonderen dat hij in 1963 gekozen werd tot lid der Staten van Suriname en later benoemd werd tot minister. Dit betreft een tijd waarin dat ambt nog niet aan inflatie onderhevig was.
Onder zijn bewind werd het schoolgeld afgeschaft. Ook gingen de deuren van de Universiteit van Suriname voor het eerst open. De Velmekkwestie maakte een vroegtijdig einde aan het dynamisch bewind van deze progressieve minister.
Ewald behoorde ook tot de Blaka Watragroep. Een select gezelschap van vertrouwelingen dat door Pengel wekelijks werd meegenomen naar diens buitenverblijf te Blaka Watra, waar vergaande te nemen beslissingen werden voorbereid.
Verder was hij tot de opheffing van dit Instituut, onder voorzitterschap van Olton van Genderen sr., Secretaris van de Partijraad van de NPS.
De Partijraad was toen nog het hoogste politieke orgaan van de partij.
Ewald was vanaf de oprichting ook lid van het Wetenschappelijk Instituut van De NPS, het Johan Adolf Pengel Instituut (JAPIN).
Wie Ewald Meyer als politicus wil typeren moet rekening houden met zijn maatschappelijke bewogenheid. Tot zijn dood bleef zijn ‘Baka Gadrie’voor iedereen open, vooral voor “de kleine man”. Hij was voorstander van een geïdeologiseerde NPS, hetgeen in de partijstatuten onvoldoende kon worden teruggevonden.
Ewald was voorstander van het Amerikaanse systeem, waarbij bij het wisselen van de wacht de topfunctionarissen vervangen worden door eigen partijmensen.
Zijn ontheffing als directeur van Onderwijs in 1980 heeft hij dan ook als minder pijnlijk ervaren dan het niet rehabiliteren van eerder gezuiverde partijgenoten.
Naast maatschappelijke betrokkenheid was “Trouw” een ander karakteristiek van Ewald; trouw aan zijn partij, trouw aan zijn familie en vrienden en trouw aan een eenmaal gegeven woord. De volgende drie voorbeelden illustreren dit.
Een paar maanden na de eerste staatsgreep van 1980 werd door de toenmalige machthebbers voor politieke ondersteuning contact opgenomen met de VHP. De VHP wilde niet praten zonder de NPS. Er kwam vervolgens een gesprek tot stand tussen het zogenaamde revolutionair bewind aan de ene kant en de VHP/NPS (zogenaamde oude orde) aan de andere kant.
De NPS was toen vertegenwoordigd door Ewald Meyer, Sam Vrede en Hugo Komproe. Deze drie NPS-ers verklaarden zich onbevoegd tot het nemen van welke beslissing op politiek gebied dan ook, zo lang hun leiders vastzaten. Direct daarna werd eerst van Genderen en later ook Arron vrijgelaten.
Tussen 1983 en 1986 werd Ewald tot tweemaal toe gepolst voor het ministersambt. Beide keren weigerde hij; zich op het standpunt stellend dat hij als NPS-er geen deel kon uitmaken van een regiem dat zijn partij had “weggeschoten”.
In de dialoogperiode weigerde hij als exponent van de NPS in te gaan op uitnodigingen voor ontmoetingen met de toenmalige machthebbers.
Inderdaad, Ewald was trouw, trouw tot de dood, een bewezen trouw dus!
D.O.E.L.
Als onderwijzer was Ewald lid van de vereniging van onderwijzers, Door Ons Eigen Land (D.O.E.L.) die Suriname in de vakanties doorkruisten. Ewald was geworteld in de Surinaamse samenleving. Hij hield van zijn land en volk. Afgezien van zijn studieperiode in Nederland (1956-1962) heeft hij dan ook altijd in Suriname gewoond. Daarbij ging hem het belang van het binnenland zeer na aan het hart. In navolging van Olton van Genderen sr. Sprak hij vloeiend Aukaans en Saramaccaans. De cultuur van de boslandbewoners kende hij als geen ander. Ewald werd ook bewonderd als verteller, die zijn gehoor kon boeien, vooral wanneer hij het Sranan Tongo hanteerde.
Op zijn vele reizen door ons land werden naast zijn eigen kinderen en een of twee aankomende onderwijzers, telkens 2 a 3 leerlingen uit minder bedeelde gezinnen meegenomen.
Sportieve carrière
Ewald Meyer was eind veertiger- en begin vijftiger jaren vier keer achtereen zwemkampioen van Suriname, op de tweede plaats gevolgd door zijn jongere broer Armand.
Hij leerde zwemmen in het Saramaccakanaal bij Saron en zwom later veel in de nabij zijn ouderlijk huis gelegen Domineekreek, maar ook bij vloed in de Surinamerivier bij de sluis van Beekhuizen. Meyer liet als topzwemmer vele jaren iedereen achter zich tijdens de jaarlijkse zwemwedstrijd die op koninginnedag (31 augustus) werd georganiseerd o.l.v. meester Willem Campagne, over de afstand Marinetrap en KNSM-steiger.
Een boot voer vanaf de Marinetrap een eindje de Surinamerivier op en tussen boot en trap werd een touw gespannen, waaraan zwemmers hingen in afwachting van een schot uit een dienstpistool, ten teken dat de wedstrijd was begonnen.
Bij deze wedstrijden golden geen condities. Men moest er slechts voor zorgen zo snel mogelijk de KNSM steiger te bereiken en mocht zelf uitmaken welke slag men wilde zwemmen. Meestal was het de borstcrawl, toen bekend als de matrozenslag.
Later volgde de oprichting van zwemclubs als Kwie Kwie, De Dolfijn en Oase.
In 1954 behaalde Ewald voor het laatst het kampioenschap 50 m. borstcrawl heren in zwembad “De Dolfijn”.
Meyer was tevens een verdienstelijke basketballer.
In Nederland behoorde hij samen met o.a. Johan Chandoe tot de oprichters van Suvrikri (Surinaamse vriendenkring). Bekende basketbalspelers met wie hij in Suvriki-verband furore maakte zijn o.a. de gebroeders Sibilo, Wim Petrici en Rudi van Eijck.
Ewald was tijdens zijn studietijd ook lid van de Haagsche Vereniging tot het redden van Drenkelingen, met als zomers werkterrein de stranden van Scheveningen en Kijkduin.
In deze periode rondde hij ook zonder veel inspanning de cursus zweminstructeur van de KNZB af .
Intussen beijverde zwempionier Campagne zich in Suriname onder de naam “ wij zwemmen” om aan grote groepen kinderen de zwemkunst te leren. Voorts ijverde hij voor de bouw van een volkszwembad in Paramaribo, o.a. gesteund door Ewald die later ook zitting nam in het eerste bestuur van het zwembad Parima.
In Suriname was hij o.a. bestuursvoorzitter van de Surinaamse Tennisbond.
Zijn laatste sportieve liefde betrof de medeoprichting van de wandelvereniging Voetje voor Voetje, met als doel door de beweging die de wandelsport biedt een gezonde lijn te krijgen.