Ons Mensbeeld rond het schudden v/d hand omgooien?
De historie van de handdruk
De geschiedenis van het elkaar de hand geven werd al vereeuwigd rond 845 voor Christus (BC), op een mozaïek in het huidige Noord-Irak. Dat de historie al zo lang bestaat is dus een feit, zij het met steeds andere betekenis. Zo ging het er tegen het begin en het einde om dat je elkaar bevoelde, bevriend of met elkaar verbonden was. Wat later werd een hand niet slecht gedrukt of gegeven maar zelfs geschud. In het begin gaf je met het geven van een hand kennelijk nog aan dat je ongewapend was, maar wat later was het om na te gaan of je in je lange mouwen, geen wapens verborgen hield. Het detectiepoortje bestond toen nog lang niet! Ook kom je de betekenis van het elkaar de hand geven tegen, om een verbintenis te bezegelen of om een ruzie te beslechten. Tot voor kort was het handen schudden in elk geval een teken van (wederzijdse)vriendschap, respect, e.d. Gelukkig kan deze ook op andere wijze worden uitgedrukt. In de Islam mochten mannen de vrouwen geen hand geven, omdat de vrouw wel eens onrein (ongesteld) zou kunnen zijn. Dit hoefde op zich niets af te doen aan diens vriendschap en/of respect voor betrokkene. Het is evident dat het verbod op het geven of schudden van de hand, tegenwoordig is ingegeven uit het oogpunt van hygiëne. Daarbij zijn tevens diverse alternatieve begroetingen gesuggereerd.
De heersende pandemie doordacht
Je hoort in deze dol drieste tijden westerse wetenschappers, andere voorlichters en politici, continue zeggen, dat je de ander geen hand meer moet geven. Door een met enig virus geïnfecteerde persoon de hand te schudden, loop je namelijk het reële risico, maar liefst tegen de 1 miljoen virusdeeltjes op je hand te krijgen, waardoor je al met 1-0 achter staat bij het bestrijden van de pandemie. Temeer omdat je de neiging hebt om vervolgens onbewust aan je gezicht te zitten. Ga zelf maar na hoe vaak je dat onbewust doet.
Wanneer ik dat lees en hoor denk ik onbewust meteen aan de vrouwelijke minister (Rita Verdonk van de VVD, later even met een eigen partij, “Trots op Nederland”, genaamd). Verdonk zag in het feit dat een imam weigerde de door haar uitgestoken hand te schudden aanleiding, om alle mohammedanen te verketteren en hen verdere subsidie te ontzeggen. Ik kijk dan breder naar de culturen van deze wereld en bedenk dat het niet zo gek is om anders te staan tegen de tot voor kort vanzelfsprekende westerse begroeting d.m.v. het schudden van de ander zijn of haar hand. Hindoes houden het bijvoorbeeld bij het samen vouwen van de eigen handen, het maken van een lichte buiging en het prevelen van het nemaste. Misschien moet de westerling een toontje lager gaan zingen, wanneer het de zogenaamde suprematie van hun cultuur betreft. Want zo ken ik nog een paar! Wat dacht je bijvoorbeeld over het fenomeen van de Zwarte Piet? Ook daaraan dreigen Nederlanders halsstarrig vast te houden. Of wat dacht je van de prioriteit die westerlingen geven aan individuele- boven algemene mensen rechten? Ook daarbij kan je gerust vraagtekens plaatsen. Neem bijvoorbeeld ook dat pak en die das die mannen dragen, waar ook bezwaren aan kleven.
Ik haal die oude zaak van Rita Verdonk, die destijds zelfs het NOS-journaal haalde , slechts aan, om u duidelijk te maken dat wij deze pandemie, nu wij toch aan huis gekluisterd zijn, ook zouden kunnen aangrijpen om ons totaal mensbeeld opnieuw ten einde te denken! Zonder met het badwater der westerse beschaving, het kind weg te gooien, zouden wij, wanneer we na de lock-down weer naar buiten mogen, meer verdraagzaamheid en respect kunnen tonen voor de ander. Dan hebben we toch iets nuttigs gedaan met onze tijd.
Ricardo E. Meyer, 10 april 2020.
Voetnoot: op 20 november 2004 weigerde de Syrische imam Ahmed Salam uit Tilburg, op een bijeenkomst van ca. 50 imams over de vrijheid van meningsuiting minister Verdonk, voor Vreemdelingenzaken en Integratie, de hand te schudden. Destijds was volgens onderzoeker, Maurice de Hond, het nog 77% (!) van de ondervraagden met haar eens, dat de imam haar een hand had moeten geven. Zo zie je dat er toen nog geen sprake was van voldoende inlevingsvermogen aan onze kant.