I’M BLESSED! Op en neer reizen
Stond ik vanmorgen hier in Delft op om in elk geval even naar de WC te gaan voor mijn lange ochtendplas. Je kent dat wel. Ter plekke bepaal je of je erna weer even in bed kruipt of kiest voor koffie ‘and a early rise’.
‘While relieving myself’ bedenk ik dat het toch een gigantische “taak” is om een menselijk lichaam in stand te houden: op tijd eten en drinken; niet vergeten mijn zes dagelijkse pillen te slikken tegen van- alles-en-nog-wat en dan heb ik het nog niet eens over zaken als hoofd en haarverzorging. Volgens mijn kunstdochter, die het schijnt te hebben gegoogled, besteedt een vrouw in haar hele leven gemiddeld ca. € 100.000 aan d’r haar. Zij vindt dat gelet op wat ze er zelf aan spendeert een redelijk conservatieve schatting. Ik voel me bij het aftikken vit en besluit meteen aan de nieuwe week te beginnen.
Terwijl ik koffie zet pak ik mijn gedachten van boven in de WC weer op. Ik heb iets van bewondering ‘moksi nanga’ medelijden met mensen die alleen maar eten en drinken “wat hun lichaam vraagt”. Ja, zo zeggen zij dat letterlijk! Zulke mensen leven op de grens van anorexia, gerust van twee shakes per etmaal. Eten en drinken lijkt voor hen wel een penitentie en kraanwater is voor hun al een hele luxe. Dit terwijl het bereiden van lekkere drankjes en vooral het klaar maken en nuttigen van lekker eten en drinken voor mij eerder een feest is. En dan heb ik het nog niet eens over de culinaire hoogstandjes van anderen zoals een stuk warme boyo van Joan, of een stuk viadu van Amy, een agu futu van mijn nicht Conny of een dim sum van Tai Wu. Tja, ook niet goed natuurlijk. Tot mijn 36e wist ook ik niet dat een mens na z’n zeg 18e of 19e levensjaar nog kon groeien. Nou, ik heb het geweten: elk pondje gaat inderdaad door het mondje en als je de hele dag voor je werk achter je bureau of achter het stuur van je auto zit, zoals ik tot amper 7 jaar geleden ruim 30 jaar heb gedaan, heb je bij thuiskomst meestal ook geen puf meer om nog te gaan bewegen.
Eenmaal terug in switi Sranan begon ik in 2004 meteen met mijn goede voornemen veel meer te gaan bewegen om inmiddels 7 jaar later en naar onlangs besloten, amper 1 jaar terug in Nederland, nog zwaarder te zijn geworden, maar wel met het vooruitzicht er eenmaal terug in SU, desnoods met behulp van een personal trainer echt iets aan te gaan doen. “Jij gaat niet afvallen want je hebt het er niet voor over”, hoor ik Rita al zeggen. Ik denk dat ik prettiger moet gaan bewegen dan alleen met mijn handen en vooral mijn door het vele matjokken vereelte zuigsnuit, wat mij al de nickname El matjoquero heeft opgeleverd. Och, er zijn ergere dingen in dit leven. In elk geval kunnen jullie als ik dood ga gerust een feestdis en een matjokdrive aanrichten, want Meyer geniet fu ing libi en te nanga now mi de ete!
Anyway, ik maak me na een vette week in Italië, nu op voor een korte week vakantie in Spanje bij een mati die daar met zijn eega en nog wat import op de Althea leeft als God in Frankrijk.
Begin september ga ik dan voor onbepaalde tijd terug naar Suriname om per oktober een nieuwe uitdaging op te pakken als restaurantmanager van een spiksplinternieuw Grill restaurant in het uitgaanscentrum van onze hoofdstad, Paramaribo.
Ik heb er in elk geval zin an, al zal ik mijn geliefden die hier achter blijven wel missen. Och, ’t is ook maar 9 uur reizen hier vandaan en ik weet in elk geval van mijn beide zoons dat zij er maar als te graag vakantie vieren. Trouwens ik heb daar in oktober vorig jaar ook veel lieve vrienden achter gelaten en het zwarte water van onze kreken en de sula’s van onze trotse rivieren roepen mij; mijn letterhouten matjoktafel mist me en Robby, zowel als mijn barberkjew neef Ronald en de visgaten vragen zich ook al af waar ik blijf, al zal ik in de toekomst vanwege mijn nieuwe job over minder vrije tijd beschikken dan voorheen.
Sranan mi lobi kondre, I’m realy blessed bika’ mi d’a pasi e kon!
Hebben jullie in elk geval weer De Hartelijke Groeten uit Delft van
Ricardo E. Meyer (augustus 2011).